Hemelse zegen

Stel dat jij nu direct een definitie zou moeten geven van ‘hemelse zegen’, wat zou je dan zeggen? Misschien heb je meteen een heel Bijbels antwoord: we zijn met alle geestelijke zegen gezegend! Helemaal waar, maar wat houdt dat dan in? Als we iemand een gezegende dag toewensen, is dat dan onderdeel hiervan? Is jouw huis, baan, vakantie, eten of gezondheid onderdeel van die zegen? Stel dat dat zo is, zijn christenen in Afrika dan minder gezegend? Hebben zieken dan een andere zegen? Laten we eens kort de Bijbel induiken om te zien wat er nu écht mee bedoeld wordt.

Voordat we de dieper kijken, gaan we op reis met Henk. Henk had een diepe wens, eentje die op z’n bucketlist zou staan: een heerlijke cruisevakantie. Lange tijd droomde hij er al van. Hij spaarde langzaam zijn ticket bij elkaar, totdat de grote dag aanbrak: hij kon naar het schip. Zodra iedereen aan boord was, vetrokken ze. Henk kon z’n geluk niet op, hij was eindelijk op de plek waar hij al zolang van gedroomd had. Hij genoot volop van de frisse zeelucht, de rust en de aanwezigheid van alle andere passagiers. Rond het middaguur kreeg hij wel zin in wat en pakte hij zijn meegebrachte boterhammen uit zijn tas. Hij zocht een plek in de zon en genoot ervan! Maar zo ging het een aantal maaltijden en dagen door. Tot er een andere vakantieganger naar hem toekwam en vroeg: “Henk, waarom zit je altijd alleen en eet je droge boterhammen van thuis? Kom lekker naar de eetzaal om met ons te eten?” Waarop Henk zei: “Ik heb lang gespaard voor mijn ticket, ik heb geen geld meer voor al dat eten in het restaurant.” De andere man reageerde verbaasd: “maar weet je dan niet dat dit een all-inclusive reis is? Je mag van alles wat op het schip te vinden is gebruik maken.”

 

Misschien denk je nu: hoe dom kun je zijn?! En terecht. Maar toch is deze situatie typerend voor veel christenen: ze zijn blij met een ticket naar de hemel, blij met hun redding, maar beseffen niet dat daarmee hen alles is gegeven in de hemelse gewesten. Paulus zegt in Efeze 1:3 “Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus,” 

Wat zegt hij? Nou, álles ís ons geschonken! Alle zegen ís jou gegeven, alleen je moet dat wel gaan zien. Je moet je net als Henk bewust zijn van het feit dat Jezus ‘all-inclusive’ is. 

 

We moeten het gaan zien!

Paulus begon met een statement aan het begin van Efeze 1: alles is ons geschonken. Daarna lijkt hij een rijtje op te sommen met verschillende delen van die zegen en vervolgens gaat hij op z’n knieën voor de gemeente. Maar waarom bidt hij dan nog vanaf Efeze 1:15? Kunnen we nog meer zegen krijgen? Nee! Toch is dit gebed cruciaal. Het is geen gebed om meer zegen, het is een gebed dat onze ogen geopend worden voor de zegen die we al ontvangen hebben! 1 Kor. 2:12 zegt: “En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn.”

 

Wat wil dat zeggen? 

• De Geest van God (Heilige Geest) is ons geschonken. 
• Met als doel dat we het zouden weten. Niet persé ervaren of voelen, maar allereerst weten. Net zoals Henk op het cruiseschip het moest weten dat hij van alles gebruik kon maken. 
• De dingen die door God geschonken zijn. Niet iets van de toekomst, maar een zegen die al gegeven is. Het zit als het ware bij je ticket inbegrepen

Geest van wijsheid & openbaring / verlichte ogen van het hart
Daarom bidt Paulus: geef de gelovigen een Geest van wijsheid en openbaring en verlichte ogen van het hart. Waarom? Zodat ze het gaan zien wat ze al hebben ontvangen! Als hij bidt voor de Geest, doelt hij op de Heilige Geest. Deze Geest geeft in dit geval de wijsheid en openbaring. Wijsheid als fijngevoeligheid en praktisch inzicht, openbaring als een onthulling. Het is zoals een standbeeld onthuld wordt. Bij een nieuw standbeeld hangt het doek er nog over. Op de dag van de bekendmaking, gaat het doek eraf en wordt het standbeeld onthuld. Zo onthult de Geest de zegen die wij hebben ontvangen.

Maar stel je voor: je staat naast zo’n standbeeld en je bent blind. Dan zie je nog niks van de onthulling. Daarom bidt Paulus ook voor verlichte ogen van het verstand (= het hart in dit geval). Zijn gebed is een gebed om van binnenuit zicht te krijgen op Jezus. Je geestelijke ogen moeten geopend worden. Heb jij al zicht gekregen op de zegen in de hemelse gewesten?

De kern van de zegen

Wat moeten we ten diepste gaan zien? Dat we in Christus zijn. Als gelovige heb je een nieuwe identiteit gekregen. Je bent een nieuwe schepping. Efeze 1:1 zegt “Aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus die in Efeze zijn.”

• Niet aan de heiligen en gelovigen in Efeze in Christus Jezus;
• Niet aan de heiligen en gelovigen;
• Maar aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus in Efeze.

Het fundament is: 1) in Christus Jezus en daarna 2) in Efeze. Waar we ons fysiek ook bevinden, we zijn allereerst in Christus. Of concreter: wij zijn allereerst in Christus en daarna in Nederland.

Inhoud van Paulus’ gebed
Terug naar het gebed van Paulus. Hij bidt dat de gelovigen het gaan zien. Samenvattend moeten ze 3 dingen gaan zien:

1. Om te weten wat de hoop van Zijn roeping is (Ef. 1:18); 
2. De rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen (Ef. 1:18);
3. De allesovertreffende grootheid van Zijn kracht (Ef. 1:19)

1. Hoop van Zijn roeping
Hoop is de inhoud van de roeping. Dat betekent: het is geen hopen op, zoals je hoopt op een mooie dag. Bijbelse hoop is zekerheid. “Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel.” (Heb. 6:19). Die hoop is zeker omdat Hij geroepen heeft! “Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen!” (1 Thess. 5:24)

2. Rijkdom van de heerlijk van Zijn erfenis
“In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil”, (Ef. 1:11) Je bent in Christus een erfgenaam geworden, van alles wat Christus jou gegeven heeft. Bijvoorbeeld: kind van de allerhoogste; je mag Hem aanroepen met Abba, Vader; de Geest van kracht, liefde en bezonnenheid; nu ten dele, straks de eeuwigheid helemaal bij Hem!

3. Alles overtreffende grootheid van Zijn kracht
Welke kracht? De kracht die Jezus op liet staan uit de dood: de opstandingskracht. In Christus hebben wij die kracht ontvangen. De kracht die sterker is dan de dood, die troont boven alle machten en krachten, die ons overwinnaar maakt in de strijd, die ons in staat stelt om zonde te overwinnen. God geeft ons overwinning over zonde, laat ons meer leven naar Zijn wil en geeft meer vrijmoedigheid om te getuigen. Rom. 5:6 zegt dat we zonder Christus krachteloos waren, maar nu hebben we Zijn kracht ontvangen. Wat een zegen!

Uitwerking van de zegen

In Lukas staat een gelijkenis waar deze zegen concreet tot uiting komt. In hoofdstuk 15 vertelt Jezus het verhaal van de vader die twee zoons had: de één trok eropuit om het leven vol seks, status en geld te ontdekken. De ander woonde thuis, maar zag de zegen van de Vader absoluut niet.

Als de jongste zoon tot inkeer komt (Luk. 15:17), besluit hij terug te gaan naar zijn vader. Wat gebeurt er dan? Geestelijk zou je kunnen zeggen: wat gebeurt er als een zondaar tot inkeer komt en teruggaat naar de Vader?

1. De Vader omhelst en kust (Luk. 15:20). Het is een kus van vergeving. Alles is vergeven en verzoend. De zonden van verleden, heden én toekomst zijn je vergeven! Dat betekent dat niks je kan scheiden van de liefde van Christus, als je in Hem bent. Geen vrijbrief om te zondigen, maar wij hebben volkomen vergeving ontvangen! (Ef. 1:7)
2. De Vader geeft het beste gewaad (Luk. 15:22). Jes. 61:10 vertelt dat dit de mantel der gerechtigheid is. God vergeeft je niet alleen, Hij bekleedt je ook met gerechtigheid. Hij bekleedt je met Zijn zoon. Als je vol schuld begint, betekent vergeving dat je van alle schuld naar schuldeloos gaat. Je staat op 0. Maar nu ontvang je niet alleen vergeving (een schone lei), je ontvangt ook de gerechtigheid (die in Christus is). Die wordt jou toegerekend. Als God naar je kijkt, zie hij niet al jouw tekortkomingen en falen, Hij ziet Jezus omdat je met Hem bekleed bent! (2 Kor. 5:21)
3. De Vader geeft een ring (Luk. 15:22). Een ring is de bevestiging van het zoonschap (Ef. 1:5). De zoon wordt opnieuw zoon. Geen slaaf die moet werken, maar een zoon die in hechte relatie met zijn vader kan staan. Een zoon is ook erfgenaam. Hij heeft recht op de erfenis van de vader. Ef. 1:13 zegt dat de Heilige Geest ons onderpand is van de erfenis. De Heilige Geest is als het ware de ring die de zoon krijgt. Hij bevestigt ons in ons kind-zijn.
4. De Vader geeft sandalen (Luk. 15:22). Sandalen zeggen iets over de wandel. Hij krijgt nieuwe schoenen om opnieuw zijn weg te gaan. De Vader geeft vernieuwing, zodat we in Hem gehoorzaam kunnen zijn in onze nieuwe levenswandel, omdat Hij daarin voorziet. Hij heeft werken voorbereid om in te wandelen (Ef. 2:10). Niet op eigen kracht Gods gebod gehoorzamen, maar in Zijn kracht omdat Hij alles heeft voorbereid en ons voorziet in nieuwe sandalen.
5. De Vader laat een kalf slachten en viert een feestmaal (Luk. 15:23-24). De Vader wil gemeenschap hebben. Een maaltijd is een tijd van gemeenschap en blijdschap. De Vader wordt er blij van als wij gemeenschap met Hem hebben. Zo zouden wij daar ook blij van moeten worden.

Ten diepste is dit nog maar een deel van de zegen. Maar het geeft enorme rust en ontspanning als we dit al gaan zien. Dan heb je geen twijfel aan de vergeving, omdat de Vader je heeft gekust. Dan ben je niet zoveel bezig met jezelf, je waardigheid, tekortkomingen etc., omdat de Vader je heeft bekleed met Christus. Hij ziet jouw falen niet, Hij ziet Christus! Dan hoef je niet te twijfelen aan het feit dat je een kind van God bent, maar je mag zegen van een erfenis en Vader-kind relatie omarmen. Hij zorgt voor je. Dan hoef je niets op eigen kracht te doen, maar mag je in ontspannenheid beseffen dat Hij het werk in je zal doen. Dan hoef je niet in een hoekje zitten huilen omdat je een arme zondaar ben, mag je heerlijk in de gemeenschap met de Vader leven en je daarin verheugen!

“Opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem, namelijk verlichte ogen van uw verstand,”